Hieronder het voorlopige voorwoord en de inhoud van De poldermetropool, mijn boek over de Randstad dat begin 2013 verschijnt bij NAi010-Uitgevers
In de herfst van 1972 – tijdens mijn eindexamenjaar aan het Bisschoppelijk College in Roermond – stond ik voor de vraag waar ik wilde gaan studeren. De meeste van mijn jaargenoten oriënteerden zich op Nijmegen, een enkeling op Eindhoven, de universiteit van Maastricht bestond nog niet. Maar ik wilde verder weg. Met klasgenoot Hans, met wie ik nog steeds bevriend ben, trok ik op een decemberdag naar Leiden en in augustus 1973 betrok ik in die stad, in de Roodborststraat, mijn eerste zolderkamertje.
Net als bij veel anderen die vanuit de provincie naar het Westen trokken, groeide in de loop der jaren de spanning tussen het veeleisende leven in de grote stad en de gedachte aan een rustiger bestaan daarbuiten. Maar ik heb nooit echt voor de keuze gestaan om terug te kunnen keren naar de provincie. De interessantste beroepsmogelijkheden lagen voor mij in de Randstad. Daar kon ik werken bij gezaghebbende kranten en bij ministeries. Met gemak kon ik van de ene baan naar de andere overstappen. Later, als zelfstandig adviseur, kon ik moeiteloos in interessante projecten en functies meedraaien.
Inmiddels leef ik veertig jaar in de Randstad. Ik maak deel uit van een complexe stedelijke samenleving die met korte lijntjes verbonden is met Europa en de rest van de wereld. De hartslag van het internationale leven is er voelbaar en elk jaar zie je hoe de omgeving zich aan dat ritme aanpast. Het is meeslepend en uitdagend om dat te volgen en er deel van uit te maken.
De Randstad is voor mij een reëel bestaande stad. Wie geboren en getogen is in een van de Hollandse steden, zal zich Amsterdammer, Hagenaar, Rotterdammer of Leidenaar voelen. Als voormalig Limburger voel ik me eerder een Randstedeling. Het maakt niet zo veel uit in welke van die steden ik woon, de ene is me niet liever dan de andere en ik zou met gemak verhuizen.
Ook in het Nederlands taalgebruik is de Randstad een realiteit. Als je erover spreekt, weet iedereen wat je bedoelt. Het begrip heeft identiteit gegeven aan een gebied dat in de jaren vijftig nog ‘het Westen des lands’ werd genoemd. Het is het deel van Nederland waar het leven een ander ritme heeft en waar de steden groter, drukker, gemengder en – vooral – internationaler zijn dan daarbuiten.
Het is paradoxaal dat in de afgelopen jaren rapporten over de Randstad zijn verschenen, die vooral wilden duidelijk maken dat de Randstad niet bestaat. Die rapporten putten zich uit in bewijzen waarom de Randstad economisch, planologisch, verkeerskundig of bestuurlijk géén samenhangend gebied is. Maar die rapporten gaan voorbij het feit dat de Randstad een begrip is geworden en daarmee een aparte plaats in Nederland inneemt, duidelijk anders dan de rest van het land. De Randstad is een begrip dat staat voor een beleving, voor het deeluitmaken van een hoogstedelijke samenleving, die een actieve, substantiële rol speelt in mondiale ontwikkelingen.
Wereldstad
Behalve naar de beleving, kun je ook naar de functie van een stedelijk gebied op een hoger schaalniveau kijken. Zo is er discussie over de vraag of de Randstad een metropool of een metropolitaan gebied mag worden genoemd. Maar dat is niet belangrijk. Het gaat om de vraag naar de betekenis van een stad (of een stedelijke gebied als de Randstad) in het patroon van wereldomspannende krachten en voorzieningen, niet alleen economisch, maar ook technologisch, cultureel, logistiek, politiek/bestuurlijk en wetenschappelijk.
Stedenbouwkundige Joost Schrijnen maakte in december 2011 bij zijn afscheid als hoogleraar in Delft duidelijk wat het verschil is tussen zomaar een metropool en een wereldstad. Zijn criterium is dat de voorzieningen die tot het dagelijks leefpatroon van de stad behoren (het daily urban system) ‘ook betekenisvol zijn op wereldschaal en met de wereld perfect verbonden. Kortom, het draagvlak voor die voorzieningen is zowel gegrond in de metropoolbewoner als bij de wereldburger’.
Vanuit dit perspectief is de Randstad onbetwist een wereldstad, zoals uit de volgende hoofdstukken zal blijken. Natuurlijk is zij feitelijk niet één stad, maar een conglomeraat van grote en middelgrote steden. Bij elkaar hebben die steden echter alle voorzieningen die op Europese en wereldschaal ertoe doen. Die voorzieningen behoren tot de kern van de Randstadeconomie en maken deel uit van het dagelijkse leven.
Beleving
In de meeste culturen bestaat een afkeer van de grote stad. Het leven op het land is puur en overzichtelijk, de stad staat voor chaos en de natuur is er ver weg. In Nederland is dat niet anders. Maar het impliciete verzet tegen grootstedelijk leven buiten de Randstad doet geen recht aan de complexe werkelijkheid. Nederland kent tot in al zijn uithoeken een hoge levensstandaard en die is slechts mogelijk door de aanwezigheid van de grote zakelijke en industriële complexen in de Randstad, de hechte verwevenheid met de mondaine buitenwereld en de voorsprong die Nederland daar neemt ten opzichte van andere landen. Het ultieme symbool daarvoor is Schiphol, dat in de media nogal eens wordt gepresenteerd als een duivels gebied van brullende machines, beton, lawaai en vervuiling, terwijl de luchthaven een cruciale rol speelt in de economie en de Nederlanders er maar wat graag gebruik van maken om naar alle hoeken van de aarde op vakantie te gaan.
De spanning die in onze samenleving bestaat tussen enerzijds hoogstedelijk en anderzijds meer landelijk leven is niet slecht, onwenselijk of onaangenaam. Zij hoort bij het leven. Maar zij moet wel begrepen worden in haar complexiteit en we moeten er op een nuchtere manier mee omgaan. De Randstad is door haar dichtheid en haar positie in het internationale krachtenveld wezenlijk anders dan de rest van Nederland. Daarom moeten we ermee ophouden de verschillende delen van Nederland over één kam te scheren. Een metropolitaan gebied als groot-Amsterdam moet je anders besturen het Twentse stedencluster van Almelo, Hengelo en Enschede. Heel geleidelijk begint dat tot bestuurlijk Nederland door te dringen, maar dat mag wel iets sneller en doortastender.
Dit boekje is voortgekomen uit een zekere trots over de Randstad. Het is een prachtige, afwisselende ‘stad’ om in te leven. In de volgende hoofdstukken leg ik uit hoe de economie op hoofdlijnen in elkaar zit en waar het geld wordt verdiend. Er is een historische lijn die de Randstad verbindt met het machtige gewest Holland uit de Gouden Eeuw. Uit een nauwelijks bereisbaar moerasgebied met geïsoleerde steden is een wereldstad ontstaan met een uitzonderlijk verkeersnetwerk. De politieke geschiedenis van die ontwikkeling is interessant, omdat ook in Nederland de afkeer van de grote stad diep geworteld is. Toch wonen we nu met ruim zes miljoen mensen heel dicht op elkaar en we zijn er tevreden over. Hoe kan dat?
Ik zie geen redenen om te somberen. De afgelopen zestig jaar is veel waardevols tot stand gekomen en er zijn missers begaan. De ontwikkeling van de Randstad is een fascinerend onderwerp, omdat het gaat om botsingen van publieke en private belangen, van stedelijke en provinciale politiek, van expansie en natuurbeheer en van traditie en moderniteit. Alles overziend, verdient zij een loflied.