Het recente voorstel van minister De Graaf om het burgemeesterschap verkiesbaar te stellen, vertoont kenmerken van haastwerk. Dit is echter geen reden het plan naar de prullenbak te verwijzen, want het biedt de kiezer wel degelijk de mogelijkheid om mee te sturen bij de samenstelling van het bestuur.
De notitie van minister Thom de Graaf over de gekozen burgemeester ademt sterk de sfeer van een opportunistisch voorstel dat snel moet worden uitgevoerd om het momentum van D66 in dit kabinet niet verloren te laten gaan. Dat wil echter niet zeggen dat het volstrekt onwerkbaar is. Het biedt de kiezer de mogelijkheid genuanceerd mee te sturen bij de samenstelling van zijn gemeentebestuur. Laten we eens naar de meest waarschijnlijke wijze van toepassing kijken.
Wanneer de gecombineerde raads- en burgemeestersverkiezingen er aan komen, zullen de lokale politieke partijen eerst een aantal burgemeesterskandidaten naar voren schuiven. Bijna altijd zal een voorronde nodig zijn om het aantal kandidaten te verminderen tot twee, zodat één van hen bij de beslissende verkiezingen de absolute meerderheid haalt.
Die voorronde zal zo’n vier weken vóór de ‘grote’ verkiezingen plaatsvinden en levert dus twee burgemeesterskandidaten van twee verschillende partijen op. Die kandidaten zullen een programma hebben en zij zullen een voorkeur uitspreken voor partijen met wie ze dat programma willen uitvoeren. Misschien schuiven ze zelfs al kandidaat-wethouders naar voren, want het is de burgemeester die feitelijk de wethouders gaat selecteren.
Zodoende gaat het op de verkiezingsdag feitelijk om twee alternatieve coalities tussen de twee grootste rivaliserende groeperingen binnen een gemeente. Die coalities kunnen elkaar trouwens overlappen. Er kan een PvdA-kandidaat zijn die een programma nastreeft met Groen Links en het CDA. Daarnaast kan er een VVD-kandidaat zijn die eveneens aanstuurt op een programma met het CDA.
De burger heeft op de grote verkiezingsdag twee stemmen en kan daarmee relatief veel invloed uitoefenen. Hij / zij stemt op een burgemeesterskandidaat maar óók op één van de partijen in de gemeenteraad. Die laatste stem beïnvloedt de kracht waarmee die partij met de burgemeester over de samenstelling van het college en het bestuursprogramma kan onderhandelen. Een kiezer kan bijvoorbeeld zijn stem aan de PvdA-burgemeester geven en die stem nuanceren door voor de gemeenteraad op Groen Links te stemmen. Dit is voor de kiezer een flinke verbetering vergeleken bij de huidige situatie.
Conflictbeslechting
Minister De Graaf geeft in zijn notitie geen oplossing voor de situatie waarbij een hardnekkig politiek conflict is ontstaan tussen de gemeenteraad en de burgemeester. Dat is een probleem omdat zowel de raad als de burgemeester rechtstreeks door de burgers is gekozen. Het stelsel maakt het daarom terecht niet mogelijk dat de een de ander naar huis kan sturen.
De raad kan de burgemeester dus niet afzetten. Maar daarmee is hij niet machteloos. De gemeenteraad kan wel het vertrouwen opzeggen in de wethouders die feitelijk het uitvoerende werk voor de burgemeester doen. In de praktijk zal dat heenzenden van de wethouders heel effectief kunnen zijn. De raad kan namelijk weigeren nieuwe wethouders te benoemen totdat de burgemeester zelf zijn ontslag heeft aangeboden. Een burgemeester zonder wethouders is feitelijk machteloos en staat voor paal. Hij kan niet anders dan zijn ontslag aanbieden.
In dat soort situaties zouden tussentijdse burgemeestersverkiezingen mogelijk moeten zijn. Als de burgemeester denkt dat hij bij de burgers toch sterker staat dan de raad, kan hij zich opnieuw kandidaat stellen en een mandaat van de burgers vragen. De burger krijgt daarmee de kans in het ontstane conflict te kiezen voor de burgemeester of voor de raad.
Voorzitter
Dan is er in het model-De Graaf nog het probleem dat de burgemeester tegelijk hoofd van de uitvoerende macht is én voorzitter van de gemeenteraad. De minister bagatelliseert dat probleem omdat hij het niet snel kan oplossen. Het vergt immers een wijziging van de grondwet. Toch is het evident dat in de toekomst de gemeenteraad een andere voorzitter zal moeten hebben dan de burgemeester. Zolang de grondwet niet gewijzigd is, moeten we het maar doen met de armoedeoplossing van De Graaf en het voorzitterschap van de burgemeester accepteren. Maar de minister moet er snel werk van maken om ook op dit punt de machtenscheiding tussen gemeenteraad en burgemeester te voltooien.
(Gepubliceerd in de Haagsche Courant, 4 oktober 2003)