Wanneer is participatie van burgers over een nieuwe weg geslaagd? Die vraag dringt zich op als je kijkt naar het proces van de afgelopen twee jaar over de nieuwe rijksweg ten noorden van Rotterdam, de A13/A16.
Het principebesluit dat de weg er moet komen is al enkele jaren geleden gevallen. De gemeente Rotterdam wilde daarmee onder meer bereiken dat er minder verkeer gaat over de zeer drukke A20 en A13, die eigenlijk dwars door de stad gaan, en over sluiproutes door woonwijken. Ook Lansingerland, dat ten noorden van Rotterdam ligt, was voorstander, omdat de weg een betere ontsluiting van zijn bedrijventerreinen in zuidelijke richting geeft. Nadat verschillende alternatieven waren afgevallen, kwam het rijk met een ontwerp dat een flinke inbreuk op een regionaal park zou betekenen. Ook hierover werd na een langdurige impasse in 2011 een bestuurlijk compromis bereikt, met een tunnel-op-maaiveld door dat park, – een besluit dat door de gemeenteraden werd bekrachtigd.
Fietsroutes
Daarmee was vastgelegd waar de weg zou lopen en hoe de hoogteligging zou zijn, want er zitten in het tracé een paar tunnels en viaducten. Maar er waren nog allerlei aspecten over de omgevingsinpassing die verder uitgewerkt moesten worden, zoals het type geluidbescherming (geluidschermen of -wallen en de hoogte daarvan), de aansluitingen op lokale wegen en bedrijventerreinen, de groenvoorzieningen, de fietsroutes, het voorkomen van lichthinder in de omgeving door koplampen, de bereikbaarheid voor tractoren, de hoogteligging van de tunnel in het park en de nieuwe inrichting van dat park.
Om dat allemaal met de omwonenden te bespreken, riepen Rijkswaterstaat en de regionale overheden vier gebiedstafels in het leven, één voor elk van de vier delen van het tracé. Aan die tafels zaten ook burgers die de weg eigenlijk helemaal niet wilden. Vooraf was echter duidelijk gemaakt dat dat station al was gepasseerd. De weg zou er komen en het tracé lag vast. Ook het budget voor de weg en de inpassingsmaatregelen was bepaald, bijna een miljard euro.
Alternatief
Aan drie van de vier gebiedstafels hebben de gesprekken geleid tot aanpassingen in de plannen en tot uitwerkingen die aan bewonerswensen tegemoet kwamen. Aan één tafel kwam echter de dringende wens aan de orde om opnieuw te spreken over de hoogteligging van de weg bij een kruising. Na stevig aandringen besloot Rijkswaterstaat het door de bewoners gewenste alternatief toch nog een keer te laten onderzoeken. De uitkomst daarvan was echter – niet onverwacht – dat er verschillende verkeerskundige en ruimtelijke bezwaren tegen het alternatief waren en dat het project er minimaal € 36 miljoen duurder door zou worden.
De actieve bewonersgroep in de omgeving wilde zich hier niet bij neerleggen. Zij concludeerde uit de afwijzing van Rijkswaterstaat dat de burgerparticipatie dus inhoudsloos was en alleen maar voor de Bühne was opgezet. Het conflict escaleerde, ook door een paar incidenten over openbaarmaking van rapporten. De bewonersgroep kreeg steun van grote delen van de gemeenteraden, niet zozeer over de inhoud van haar alternatief, maar over de vraag of de overheden de gebiedstafels wel serieus namen. Het vuurtje werd flink opgestookt in de regionale editie van het AD. De krant wekte herhaaldelijk de indruk dat tegen de wil van de omwonenden een overbodige weg werd aangelegd, daarbij negerend dat de regio zelf om de weg heeft gevraagd om de drukte elders te verminderen.
Door deze gang van zaken ging het dit voorjaar in de lokale politiek en media maandenlang over boze burgers en onoprechte overheden. En dit terwijl de drie andere gebiedstafels, ook in de ogen van hun deelnemers, redelijk tot goed hebben gefunctioneerd en aantoonbaar resultaten hebben opgeleverd.