(Door Pieter Maessen, september 2011)
Verleid door een vers gepubliceerde fietsroute van 350 km door de Achterhoek schoof ik begin augustus –het was prachtig weer– mijn ijzeren ros in de stationwagen om drie dagen lang deze voor mij onbekende streek te verkennen. Ik ging naar ‘het mooiste fietsgebied van Nederland’ met ‘indrukwekkende historische centra’ en ‘een rijkdom aan kastelen, landhuizen en landgoederen.’
Het begin was spectaculair: na de eerste bocht zag ik al het prachtige landgoed van kasteel Vorden. Zou de hele Achterhoek een aaneenschakeling van zulke pareltjes zijn? Zou dit de ontdekking van het jaar worden? Het pakte anders uit.
Drie dagen lang heb ik van mijn traject van 200 km vele, vele tientallen kilometers door enorme maisvelden gereden, over kaarsrechte landwegen. Deze maisakkers, die elke blik op de omgeving onmogelijk maakten, werden slechts afgewisseld door grasland, waar de boeren druk waren met het drogen van hun hooi, en door boerderijen. De hooigeur werd regelmatig onderbroken door de scherpe lucht van een megakippenstal.
Streng
Die akkers zijn kolossaal, er staan geen bosschages tussen, de enkele sloot is hard gekanaliseerd, de wegen zijn stevig geasfalteerd en staan streng haaks op elkaar, er is niets wat je kan verrassen. Ik vroeg me af hoe dit gebied tachtig jaar geleden, vóór de ruilverkaveling, heeft uitgezien?
Natuurlijk, ik heb ook door en langs mooie stukken bos gefietst, een aantal landgoederen zien liggen en fraaie boerderijen bewonderd met uitnodigende borden voor koffie en appeltaart. Maar het werd me vooral duidelijk wat grote delen van de Achterhoek missen: hoogteverschillen, kronkelende beekjes, een afwisseling van kleine akkers, weilanden en boomgaarden, een molen of een kerktoren in de verte. Ik was blij verrast toen ik ontdekte hoeveel een eenvoudige spoorlijn met een andreaskruis en wat bomen erlangs het landschap kunnen verrijken.
Winkelstraten
Ik was benieuwd naar de historische plaatsen die me waren beloofd, maar de stadjes die ik aandeed, hebben –deels door oorlogsgeweld– niet veel van hun historische karakter kunnen bewaren. Ze hebben een kerk met daaromheen een paar winkelstraten, maar die lijken sprekend op elkaar, want ze bestaan vooral uit de bekende winkelketens die in heel Nederland domineren. De schaalvergroting van onze economie heeft in die oude, kleine steden net zo hard toegeslagen als in de landbouw van het buitengebied. Zelfs de menukaarten in de horeca zijn niet anders dan die in Utrecht of Maastricht.
De Achterhoek ziet er overal perfect onderhouden uit. Geen gaten in de wegen, geen bouwvallen, geen spannende multicultihoekjes, geen rafelranden. Alle oude huizen en boerderijen zijn tot in de puntjes opgeknapt en de omliggende tuinen worden onkruidloos onderhouden. Het is àf. Hier hoeft de komende decennia niets meer te veranderen, er valt niets meer te ontwikkelen en geen avontuur meer te beleven.
Authentiek
Maar dit is natuurlijk niet het hele verhaal van de Achterhoek, het is slechts de buitenkant. Om het authentieke van de streek te vinden, moet je als fietsende bezoeker een beetje geluk hebben.
Het viel mij op dat de zwarte schapen van de Nederlandse stedenbouw, de bedrijventerreinen, er hier beter uitzien dan de blokkendozen zoals die in Brabant en de Randstad staan. Dat komt doordat hier geen loodsen staan van transporteurs en distributeurs, want de Achterhoek is geen logistiek knooppunt. Op deze terreinen staan juist de trotse productielocaties van authentiek Achterhoekse, technisch gespecialiseerde bedrijven, van ondernemers die er waarde aan hechten in een fraai pand aan hun eigen stads- of dorpsrand te zitten.
Pronken
Bijna weer op weg naar de Randstad fietste ik Raalte binnen, waar ik met mijn neus in de boter viel: het begin van de jaarlijkse feestweek met braderie, eten, drinken, muziek, dansen, folklore en alle andere gestalten van het rijke verenigingsleven. Topper van de dag was de show van tientallen fantastisch mooie historische tractoren en andere boerenmachines.
Ik had drie dagen lang de energieke boeren en boerinnen met hun zware tractoren in de weer gezien om het hooi te drogen, hier, in Raalte, zag ik hun gepensioneerde vaders met pijp en sigaar pronken met de klassieke machines van hun bedrijven.
Als je de rijkdom en de romantiek van de Achterhoek wil leren kennen, is het niet genoeg om te gaan fietsen. Dan zie je alleen de grootschalige akkers en de uniforme winkelgebieden. Want net als in de rest van Nederland, speelt het echte leven zich niet meer op straat, maar binnen af. Daar leven de mensen hun passies uit en kunnen zij hun energie kwijt. In de Achterhoek gebeurt dat in de boerenschuren, werkplaatsen, garages en verenigingsgebouwen en af en toe tijdens een bourgondisch feest op straat of in de wei.
(Augustus 2011)