(Door Pieter Maessen, mei 2012) Getij-energie is een nichemarkt met veel mogelijkheden en het buitenland is erg geïnteresseerd als de ‘Hollandse watertovenaars’ daarmee aan de slag gaan.
Met deze opmerkingen maakte de directeur van Strukton Civiel, Martijn Smitt, woensdag 16 mei duidelijk waarom zijn onderneming ‘enthousiast’ is over de mogelijkheid een centrale voor getij-energie te bouwen in de Brouwersdam.
Strukton gaat samen met energiebedrijf DELTA een investerings- en exploitatieplan opstellen. Dat is zinvol, omdat een overheidscommissie op 16 mei concludeerde dat een reconstructie van de Brouwersdam een positieve maatschappelijke kosten-batenbalans heeft. De reconstructie houdt in dat de dam doorlaatbaar wordt gemaakt en dat in de doorlaatopeningen turbines worden geplaatst om elektriciteit op te wekken.
De afgelopen vijf jaren ben ik als communicatieadviseur betrokken geweest bij de ontwikkeling van de Grevelingen en de getijcentrale.
Strukton wil investeren in energieprojecten, maar heeft geen zin de zoveelste bouwer van windturbines te worden. Getij-energie zien ze als een kleine markt met veel mogelijkheden. Het getij is, zeker vergeleken met windenergie, een zeer betrouwbare en voorspelbare bron van kracht. Er zijn volgens Strukton op de wereld veel geschikte locaties voor getijcentrales. Directeur Smitt zag dan ook interessante exportmogelijkheden.
Smitt riep de overheid op om de volgende stap te zetten in de publiek-private samenwerking die nodig is om de getijcentrale te bouwen. Hij verwacht dat de centrale nog een onrendabele top zal hebben waardoor een overheidsbijdrage onvermijdelijk is. De overheidscommissie, onder leiding van supercommissaris Marike van Lier Lels, heeft geconcludeerd dat het subsidiëren van die onrendabele top verantwoord is gezien de vele baten die een doorlaat in de Brouwersdam zal hebben. Welke zijn dat? De waterkwaliteit van het Grevelingenmeer zal verbeteren, de kweek van schelpdieren en de visserij worden productiever, er komt duizend hectare natte natuur bij in de Grevelingen en het toerisme krijgt een impuls. Het is een win-win-win-project.
Het lijkt niet meer dan logisch dat in het volgende regeerakkoord het principebesluit wordt genomen om de centrale te bouwen. Het past immers in het topsectorenbeleid van de rijksoverheid. In dat kader is het project het afgelopen jaar al verschillende keren als voorbeeld gesteld.
De provincies Zuid-Holland en Zeeland gaan de vervolgfase trekken. De eerstvolgende stap is de ingebruikname van testlocaties voor verschillende technieken aan de oevers van de Grevelingen. Daaromheen zou meteen al een publieksinformatiecentrum geopend moeten worden. Want dit nieuwe project moet wel een mooie plek krijgen in de etalage van de BV Nederland.